Waarschijnlijkheid

Waarschijnlijkheid gaat over hoe waarschijnlijk het is dat iets zal gebeuren, of hoe waarschijnlijk het is dat iets waar is.

De wiskundige kans is een Getal tussen 0 en 1 .

0 staat voor Onmogelijkheid en 1 voor Zekerheid .

De waarschijnlijkheid van een gebeurtenis

De kans op een gebeurtenis is:

Het aantal manieren waarop de gebeurtenis kan plaatsvinden / Het aantal mogelijke uitkomsten.

Waarschijnlijkheid = # van manieren / resultaten


Munten opgooien

Munt Munt

Bij het opgooien van een munt zijn er twee mogelijke uitkomsten:

ManierWaarschijnlijkheid
hoofden1/2 = 0,5
staarten1/2 = 0,5

P(A) - De waarschijnlijkheid

De kans op een gebeurtenis A wordt vaak geschreven als P(A) .

Bij het opgooien van twee munten zijn er 4 mogelijke uitkomsten:

EvenementVADER)
Koppen + Koppen1/4 = 0.25
Staarten + Staarten1/4 = 0.25
Koppen + Staarten1/4 = 0.25
Staarten + koppen1/4 = 0.25

Dobbelstenen gooien

Dobbelsteen Dobbelsteen Dobbelsteen

Bij het werpen van een dobbelsteen zijn er 6 mogelijke uitkomsten:

EvenementVADER)
Landt op 11/6 = 0,1666666
Landt op 21/6 = 0,1666666
Landt op 31/6 = 0,1666666
Landt op 41/6 = 0,1666666
Landt op 51/6 = 0,1666666
Landt op 61/6 = 0,1666666

6 ballen

Ik heb 6 ballen in een zak: 3 rode, 2 groene en 1 blauwe.

Geblinddoekt. Hoe groot is de kans dat ik een groene kies?

Het aantal manieren waarop het kan gebeuren is 2 (er zijn 2 greens).

Het aantal uitkomsten is 6 (er zijn 6 ballen).

Waarschijnlijkheid = Manieren / Uitkomsten

De kans dat ik een groene kies is 2 van de 6: 2/6 = 0.333333.

De kans wordt geschreven P(groen) = 0.333333.

VADER)W / OWaarschijnlijkheid
P(rood)3/60,5000000
P(groen)2/60,3333333
P(blauw)1/60,1666666

P(A) = P(B)

P(A) = P(B)Gebeurtenis A en B hebben dezelfde kans om te gebeuren
P(A) > P(B)Gebeurtenis A heeft een grotere kans op optreden
P(A) <P(B)Gebeurtenis A heeft een kleinere kans op optreden

Voor de 6 bollen:

P(rood) > P(groen)Ik kies eerder voor rood dan voor groen
P(rood) > P(blauw)Ik kies eerder voor rood dan voor blauw
P(groen) > P(blauw)Ik kies eerder een groene dan een blauwe
P(blauw) < P(groen)Ik kies minder snel een blauwe dan een groene
P(blauw) < P(rood)Ik kies minder snel een blauwe dan een rode
P(groen) < P(rood)Ik kies minder snel een groene dan een rode

Een koning kiezen

koning

De kans op het kiezen van een koning in een kaartspel is 4 op 52.

Het aantal manieren waarop het kan gebeuren is 4 (er zijn 4 koningen).

Het aantal uitkomsten is 52 (er zijn 52 kaarten).

Waarschijnlijkheid = Manieren / Uitkomsten

De kans is 4 op 52: 4/52 = 0,076923.

De kans wordt geschreven als P(king) = 0,076923.