C++- variabelen


C++-variabelen

Variabelen zijn containers voor het opslaan van gegevenswaarden.

In C++ zijn er verschillende soorten variabelen (gedefinieerd met verschillende trefwoorden), bijvoorbeeld:

  • int - slaat gehele getallen op (hele getallen), zonder decimalen, zoals 123 of -123
  • double - slaat getallen met drijvende komma op, met decimalen, zoals 19,99 of -19,99
  • char- slaat enkele tekens op, zoals 'a' of 'B'. Char-waarden zijn omgeven door enkele aanhalingstekens
  • string- slaat tekst op, zoals "Hello World". Tekenreekswaarden zijn omgeven door dubbele aanhalingstekens
  • bool - slaat waarden op met twee toestanden: waar of onwaar

Variabelen declareren (maken)

Om een ​​variabele aan te maken, specificeert u het type en kent u er een waarde aan toe:

Syntaxis

type variableName = value;

Waar type een van de C++-typen is (zoals int), en variabeleNaam de naam van de variabele is (zoals x of mijnNaam ). Het gelijkteken wordt gebruikt om waarden aan de variabele toe te kennen.

Bekijk het volgende voorbeeld om een ​​variabele te maken waarin een getal moet worden opgeslagen:

Voorbeeld

Maak een variabele met de naam myNum van het type inten wijs deze de waarde 15 toe :

int myNum = 15;
cout << myNum;

U kunt een variabele ook declareren zonder de waarde toe te wijzen, en de waarde later toewijzen:

Voorbeeld

int myNum;
myNum = 15;
cout << myNum;

Merk op dat als u een nieuwe waarde toewijst aan een bestaande variabele, deze de vorige waarde zal overschrijven:

Voorbeeld

int myNum = 15;  // myNum is 15
myNum = 10;  // Now myNum is 10
cout << myNum;  // Outputs 10

Andere types

Een demonstratie van andere gegevenstypen:

Voorbeeld

int myNum = 5;               // Integer (whole number without decimals)
double myFloatNum = 5.99;    // Floating point number (with decimals)
char myLetter = 'D';         // Character
string myText = "Hello";     // String (text)
bool myBoolean = true;       // Boolean (true or false)

U leert meer over de afzonderlijke typen in het hoofdstuk Gegevenstypen .


Variabelen weergeven

Het coutobject wordt samen met de << operator gebruikt om variabelen weer te geven.

Om zowel tekst als een variabele te combineren, scheidt u ze met de << operator:

Voorbeeld

int myAge = 35;
cout << "I am " << myAge << " years old.";

Variabelen samen toevoegen

Om een ​​variabele aan een andere variabele toe te voegen, kunt u de + operator gebruiken:

Voorbeeld

int x = 5;
int y = 6;
int sum = x + y;
cout << sum;

C++-oefeningen

Test jezelf met oefeningen

Oefening:

Maak een variabele met de naam myNumen wijs de waarde 50eraan toe.

  =