Python - Tupels uitpakken
Een tuple uitpakken
Wanneer we een tuple maken, kennen we er normaal gesproken waarden aan toe. Dit wordt het "inpakken" van een tupel genoemd:
Voorbeeld
Een tupel inpakken:
fruits = ("apple", "banana", "cherry")
Maar in Python mogen we de waarden ook weer in variabelen extraheren. Dit heet "uitpakken":
Voorbeeld
Een tupel uitpakken:
fruits = ("apple", "banana", "cherry")
(green, yellow, red) = fruits
print(green)
print(yellow)
print(red)
Opmerking: het aantal variabelen moet overeenkomen met het aantal waarden in de tupel, zo niet, dan moet u een asterisk gebruiken om de resterende waarden als een lijst te verzamelen.
Sterretje gebruiken*
Als het aantal variabelen kleiner is dan het aantal waarden, kunt u een toevoegen *
aan de naam van de variabele en de waarden worden als een lijst aan de variabele toegewezen:
Voorbeeld
Wijs de rest van de waarden toe als een lijst met de naam "rood":
fruits = ("apple", "banana", "cherry", "strawberry", "raspberry")
(green, yellow, *red) = fruits
print(green)
print(yellow)
print(red)
Als het sterretje wordt toegevoegd aan een andere variabelenaam dan de vorige, zal Python waarden aan de variabele toewijzen totdat het aantal resterende waarden overeenkomt met het aantal resterende variabelen.
Voorbeeld
Voeg een lijst met waarden toe aan de variabele "tropic":
fruits = ("apple", "mango", "papaya", "pineapple", "cherry")
(green, *tropic, red) = fruits
print(green)
print(tropic)
print(red)